Onderzoek

Auteur

Drs. Sophie Giles
Promovendus UM & AIOS verzekeringsgeneeskunde UWV

Onderzoeksperiode

sep 2022 - aug 2028

Begeleiding

Prof. H. Merckelbach , Prof. B. Dandachi-Fitzgerald, Dr. Sjef Wijnen
UM/UWV

De plaats van symptoomvaliditeit binnen de verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming

Sommige patiënten presenteren hun klachten op een overdreven manier tijdens een medische beoordeling. Er bestaan neuropsychologische testen om de validiteit van zelf gerapporteerde klachten te meten. Indien daaruit blijkt dat er sprake is van het overrapporteren van klachten, kan er gesproken worden van een gebrekkige symptoomvaliditeit. Het beoordelen van gezondheidsklachten in relatie tot arbeid is een kerntaak van de verzekeringsarts. Wanneer een onderzochte klachten en beperkingen op een overdreven manier presenteert, belemmert dit de oordeelsvorming van de verzekeringsarts waardoor het risico toeneemt op een incorrecte beslissing ten aanzien van compensatie (door middel van een uitkering) en advisering ten aanzien van re-integratie. Momenteel wordt er grotendeels vertrouwd op het klinisch oordeel van de arts zelf in de beoordeling en wordt er hooguit symptoomvaliditeit onderzocht door het inschakelen van een expertise. Echter uit onderzoek is bekend dat het klinisch oordeel lang niet altijd correct is, met in dat geval grote gevolgen voor de onderzochte. Het huidige onderzoeksvoorstel richt zich op het beoordelen van de toegevoegde waarde van symptoomvaliditeit testen tijdens de verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming.

 

"Door kritisch te kijken naar eigen handelen, kunnen we de effectiviteit van behandelingen verbeteren."

- Prof. Dr. Brechje Dandachi

 

"Het promotieonderzoek naar ‘de plaats van de symptoomvaliditeit binnen de verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming’ zal een belangrijke kwalitatieve bijdrage kunnen leveren aan het objectiveren van beperkingen die cliënten ervaren. Daarnaast biedt het kansen om de bandbreedte bij oordeelsvorming tussen verzekeringsartsen te verkleinen."

- Dr. Sjef Wijnen

Het onderzoeksteam