In 1948 definieerde de World Health Organisation (WHO) gezondheid als een status van volledige fysieke, mentale en sociale gezondheid. Sindsdien is de “volledige gezondheid” een punt van discussie binnen de medische wereld. Een andere kijk op de definitie van gezondheid was dan ook noodzakelijk. In 2011 introduceerde Huber et al. het concept Positieve Gezondheid, waarbij de nadruk kwam te liggen op de mogelijkheid tot aanpassen en zelfmanagement bij sociale, mentale en fysieke uitdagingen. Het concept omschrijft zes dimensies: lichaamsfuncties, mentaal welzijn, zingeving, kwaliteit van leven, sociale participatie en dagelijks functioneren.
In de kliniek zag Professor Emeritus Masclee van de MDL dagelijks de ingrijpende problematiek, ook op arbeidsgebied, van zijn vaak jonge patiënten. Alhoewel er bij maag-, darm- en leverpatiënten al eerder onderzoek gedaan is naar aparte onderdelen van het concept Positieve gezondheid, is er nooit eerder een onderzoek geweest naar de interactie tussen alle domeinen en de impact op participatie. Het concept Positieve gezondheid wordt inmiddels breed gedragen. Ook binnen de verzekeringsgeneeskunde wordt er steeds meer aandacht besteed aan dit concept. Het doel van mijn promotieonderzoek is dan ook meerledig. Allereerst is er een eerste inventarisatie verricht van de problematiek van deze patiëntenpopulatie binnen de verschillende domeinen hetgeen middels een vragenlijstonderzoek heeft plaatsgevonden. Daarnaast wordt de toepasbaarheid en implementatie van het concept Positieve gezondheid binnen de verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming onderzocht. De eerste resultaten van mijn onderzoek zijn inmiddels gereed voor publicatie.
”Medische gezondheid is geen doel op zich maar een middel om weer goed te kunnen functioneren”
Prof. Em. Ad Masclee